Genootschap van schilders.
In november 1954 opgericht door een aantal kunstenaars dat kort daarvoor uit de kunstkring De Drentse Schilders was getreden. Dit waren M. Eisma, E.B. en E.H. von Dülmen Krumpelmann, T. Jager, E. Musch, J. Schuurhuis, A. Keizer, A. Torie en A. Ronda.
Zij vroegen K.H. Lambers, burgemeester van Anloo, als voorzitter op te treden, hetgeen hij vele jaren heeft gedaan. Het doel van het DSG was het houden van tentoonstellingen in en buiten Drenthe. Nieuw was daarbij dat het lidmaatschap aan strenge, professionele criteria gebonden was, dit in tegenstelling tot het lidmaatschap van De Drentse Schilders, die minder hoge eisen met betrekking tot artistieke kwaliteit stelden.
In de beginjaren waren de tentoonstellingen op allerlei plaatsen in de provincie te zien, o.a. in scholen, dorpshuizen en cafés, later maakte men vooral gebruik van beter geoutilleerde, speciale tentoonstellingsruimten die in de grotere Drentse gemeenten werden opgericht. Ook kwamen er steeds meer exposities in andere provincies en een enkele keer in het buitenland.
Als blijk van officiële waardering voor zijn rol bij het bevorderen van de belangstelling voor beeldende kunst in de provincie kreeg de vereniging in 1977 de Culturele Prijs van Drenthe. In de loop der jaren werden naast schilders en tekenaars ook beeldhouwers, grafici en keramisten als lid toegelaten.
Bijna alle naoorlogse Drentse kunstenaars van enig belang zijn wel voor langere of kortere tijd lid van het DSG geweest, onder wie, naast de oprichters: L. von Dülmen Krumpelmann, B. Groen, F. Haanstra, A. Hafkenscheid, K. Homan, R. Homan, A.Kuiper, J. Kuyper, Jan van Loon, B. Pots, A. Rademaker, Rudi Seidel, K. Smink, B. Snijders, F. van der Veen, B. van Voorn en G. van de Weerd. Ter gelegenheid van het 10-, het 25- en het 35-jarig bestaan had de vereniging tentoonstellingen in het Drents Museum te Assen.