Beweeglijk vlammetje in een moeras of boven een water, in Drenthe meestal dweel-lochtien of springheenken genoemd.
Dwaallichtjes werden gezien als zielen van gestorvenen, ongedoopte of doodgeboren kinderen, zelfmoordenaars en anderen die na hun dood geen rust konden vinden. Ze werden beschouwd als voortekenen van een ongeluk of sterfgeval, maar konden ook voorboden zijn voor de bouw van huizen of de aanleg van kanalen en spoorwegen. Men moest een dwaallicht niet volgen; men zou dan kunnen verdrinken in het moeras. Zo wilden Spaanse soldaten ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog een hagepreek verstoren, die bij De Papeloze Kerk bij Noord-Sleen werd gehouden. Zij verdwaalden en zijn in het moeras verdronken. In de veengebieden werden wel salpeterlichtjes gezien, bij ruw, regen of -stormachtig weer. Wanneer de lichtjes boven de grond kwamen, gingen ze uit.