(Utrecht 1894 -Voorst 1976) Hervormd predikant in Meppel van 1925-1930. Zijn naam groeide uit tot een begrip in de Nederlandse en internationale theologische wereld.
Was predikant in Kortgene, Meppel, Haarlem, Amsterdam en van 1945 tot 1959 hoogleraar in Leiden. Hij promoveerde op Het wezen der joodse religie, waarin veel van zijn ervaringen en ontmoetingen met Meppeler joden zijn verwerkt. Door zijn publicaties zette hij de Nederlandse joden op het spoor van het joodse godsdienstige Réveil in Duitsland, belichaamd door Rosenzweig, Buber en anderen. Zijn tweede hoofdwerk is Edda en Thora. Een vergelijking van Germaanse en Israëlitische religie. Met beide werken ontsloot hij voor intellectueel Nederland een onbekende wereld.
In 1930 hield hij in Meppel de preek 'Geloof bij de gratie Gods', die via de radio werd uitgezonden en grote invloed had op de prediking in de protestantse kerken. Door zijn publicaties ontstond er door het hele land onder predikanten, studenten en intellectuele gemeenteleden, dwars door kerken en richtingen heen, een 'Miskotte-gemeente'. Hij was oprichter van de Meppeler Vredeskring. In zijn 250 pagina's tellend Meppeler Dagboek beschrijft hij personen en situaties in Meppel, zoals hij die zag. Hij was een van de eerste orthodoxe Nederlandse predikanten, die zich aansloot bij de SDAP. Als bestuurder van de Openbare Leeszaal vocht hij tegen wat hij de verpolitisering van de leeskeuze noemde. Miskotte was een charismatisch spreker, een begaafd pianist, een kei op literair en muzikaal gebied, liefhebber van sport en toneel en een groot natuurvriend.