Roggeras, genoemd naar het plaatsje Petkus in Duitsland (ten zuiden van Berlijn) waar Ferdinand von Lochov in 1881 begon met het kruisen van verschillende roggerassen om zo te proberen de opbrengst en weerstandsvermogen van de bestaande roggerassen te verbeteren. Zijn werk leidde tot het ontstaan van een nieuw ras, de Petkuser.
Deze kwam rond 1895 in de handel en vond in het noorden van ons land via de Veenkoloniën ook zijn weg naar de Drentse zandgronden. Sindsdien ontwikkelde de Petkuser zich tot verreweg het belangrijkste roggeras van de zandgronden. In 1938 bestond 94% van het Nederlandse roggeareaal uit Petkuser winterrogge.