(Veldhuizen 1591 - Ruinen 1655) Predikant te Emmen, Assen en Ruinen.
Stamde uit een adellijk Franse familie, die verdacht van calvinisme in de 16e eeuw vluchtte naar Bentheim. In 1618, toen hij te Assen stond, werd hij verdacht van Arminianisme en kwam hij onder kerkelijke censuur. Drost en gedeputeerden zegden hem zijn bediening op. In 1623 ging hij naar Ruinen, waar hij als 'remonstrant' kennelijk minder kwaad kon. Daar stichtte hij het eerste 'gymnasium' in Drenthe. Zijn zoon Albert werd hoogleraar Rechtsgeleerdheid in Leiden en Amsterdam. Zijn in Ruinen geboren zoon Hendrik (Ruse) werd een landelijk bekend architect (ontwerper van de kerk in Hoogeveen) en 'luitenant-generaal van den Koning van Denemarken en Noorwegen'.