Schapen-landras vernoemd naar de plaats Schoonebeek. Het Schoonebeker schaap is groter van stuk dan het oude Drentse heideschaap maar stelt daarbij hogere eisen aan voeding en verzorging. Het is hoornloos en heeft lange oren. De vacht is grof en betrekkelijk 'slicht' (= van geringe kwaliteit). Schoonebekers kunnen eenkleurig zijn, maar meestal zijn ze bont. Men neemt wel aan dat de Schoonebekers zijn ontstaan door vermenging van Drentse met Münsterse (en Bentheimer) schapen en om die reden waarschijnlijk dan ook wel werden aangeduid als Munnikken. Rond 1900 heeft men in Midden-Drenthe wel Schoonebeker rammen gekruist met Drentse ooien om tot een verbetering van het Drentse heideschapenras te komen.
Begrip
Schoonebeker schaap
Literatuur
- Lit.: A.T. Clason, Zeldzame huisdierrassen (Zutphen 1980)
- A. Fokkinga, Een land vol vee. Landbouwhuisdieren van Nederland (Doetinchem 1995).