(Assen 1852 - Assen 1935) Rechter, griffier, leraar RHBS Meppel, lid Eerste en Tweede Kamer, lid Kamer- en Staatscommissies, (hoofd)-bestuurder van vele belangenverenigingen en organisaties.
Studeerde rechten in Groningen en promoveerde in 1877. Na een griffiersfunctie bij de rechtbanken in Assen en Meppel was hij kantonrechter in Hoogeveen (1890-1900) en tot 1929 griffier bij het gerechtshof in Amsterdam.
Van 1886-1918 was Smeenge Tweede Kamerlid namens het kiesdistrict Meppel, waarna de Drentse Staten hem in de Eerste Kamer kozen (1919-1935). Hij was een vooruitstrevend liberaal, een begenadigd spreker, kordaat en beslist en begaan met minder bevoorrechten.
Bij de Drenten genoot hij veel aanzien en vertrouwen, vandaar zijn erenaam 'Oeze Haarm'. Illustrerend is zijn geitenproject voor beginnende boeren in het ontginningsgebied Witteveen. Als overtuigd voorstander was hij jarenlang de landelijke voorzitter van het openbaar onderwijs. Smeenge was de motor achter nieuwe opleidingen zoals het ambachts-, landbouw- en schipperskinderenonderwijs, alsmede een der pioniers bij het opzetten van het Drentse leerlingstelsel in het ambachtswezen. Zijn grote verdiensten weerspiegelen zich in de vele gebouwen en straten, die zijn naam dragen.