(Amsterdam 1855 - Haarlem 1940) Tuinarchitect.
Wilde aanvankelijk het liefst de bosbouw in, maar kreeg al vroeg landelijke bekendheid op het gebied van de tuinarchitectuur. In 1900 was hij adviseur van de plantsoenen in Haarlem. In deze stad had hij ook een zelfstandig bureau. Hij werkte zowel voor particulieren als voor gemeenten in heel Nederland. Zo heeft hij in de provincie Drenthe ontwerpen gemaakt voor: Dikninge (1910) en Schiphorst in De Wijk, een begraafplaats (1922) en het Van Heutszpark (1915) in Coevorden en het Wilhelminapark (1914) in Meppel.
Springer begon te ontwerpen in de Engelse landschapsstijl met paden, heuveltjes, een 'rivier', een ruïne of een rotspartij. Later kwam in zijn werk daarbij ook een geometrisch aangelegde bloementuin, die bijna altijd is te vinden bij het huis of een ander gebouw. Na 1890 worden zijn ontwerpen steeds functionalistischer en hij maakte ook geen gebruik meer van kunstmatig opgeworpen heuveltjes. Het padenverloop moest logisch zijn. Springer legde veel nadruk op huis en tuin in hun omgeving.