Opgericht in 1982 als Werkgroep Roofvogels Noord- (later ook Oost-) Nederland met als doel de vervolging van roofvogels in beeld te brengen en uit te bannen.
Belangrijkste publicatie: Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels (1993). Als reactie op de catastrofale vergiftiging van vogels door landbouwbestrijdingsmiddelen in de jaren '60 (zie: Roofvogelvergiftiging) werd in Drenthe - mede door H.J.A. Ensink - het Comité ter Instandhouding van de Drentse Fauna (CIDF) opgericht. Door de aandacht te vestigen op de massale vogelsterfte werden persistente insecticiden en herbiciden verboden, hetgeen leidde tot herstel van de populaties van onder andere Havik en Sperwer. Dit herstel leidde tot hernieuwde vervolging door middel van afschot, vergiftiging en verstoring van de nesten. De werkgroep wist de opzettelijke (en illegale) vervolging aan te tonen door duizenden uren veldwerk en onderzoek in de periode 1984-1991. In de atlas worden de achtergronden en resultaten van dat onderzoek beschreven en in perspectief gezet aan de hand van twaalf in Nederland broedende roofvogelsoorten. In dit werk van Rob Bijlsma, Anne-Marie Blomert, Willem van Manen en Maria Quist neemt de situatie in Drenthe een belangrijke plaats in.
Het roofvogelonderzoek is sinds 1994 landelijk van opzet. In het tijdschrift De Takkeling (1993-2002: 2170 pagina's) worden de resultaten gepubliceerd, waaronder veel onderzoek uit Drenthe.