Verzamelbegrip voor huishoudelijk en bedrijfsafvalwater. Sinds de inwerkingtreding van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (WVO, 1970) mag afvalwater niet zonder vergunning met behulp van een werk (pijp, pomp, gemaal) op het oppervlaktewater worden geloosd. Bij de afvoer, zuivering en lozing van afvalwater zijn alle overheden betrokken op basis van de Wet Milieubeheer, de Wet verontreiniging afvalwater, het lozingenbesluit WVO huishoudelijk afvalwater en de Waterschapswet. Alle regelgeving is erop gericht de lozing van afvalwater aan voorwaarden te binden, alle afvalwater te zuiveren en de zuivering technisch te verbeteren, teneinde het oppervlaktewater zo min mogelijk te belasten met vervuiling. Gemeenten dienen een rioleringsplan op te stellen. Zij streven naar scheiding van de afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater. Door de aanleg van gescheiden rioolsysteem vermindert de behoefte aan 'overstorten': lozingen van rioolwater op oppervlaktewater als de rioolcapaciteit onvoldoende is. Gemeenten dragen zorg voor aansluiting van percelen op het riool. Liggen de kosten van aansluiting boven een vastgesteld niveau dan dient een vorm van individuele behandeling van afvalwater te worden toegepast. Waterschappen exploiteren de negentien Drentse zuiveringsinstallaties en stellen in aansluitverordeningen voorwaarden aan de aansluiting van rioolsystemen op de zuiveringsinstallaties. Zie ook: IBA.
Begrip