(Leer, Dld. ca. 1618-1700). Cartograaf.
Vanaf 1635 student te Franeker. In 1650 admissie als landmeter bij het Hof van Friesland. Diende in 1681 een plan in bij de Staten-Generaal voor het inunderen van de moerassen langs de oost- en zuidgrens van Drenthe en de oostgrens van Groningen. Dit plan ging vergezeld van zes kaarten. Op basis van dit plan werden leidijken met een lengte van 226 km aangelegd. Deze dienden er voor de moerassen door het opstuwen van water onbegaanbaar te houden.