Drie broers - Hendrik (geb. 1855), Johannes Rudolf (geb. 1857) en Johannes (geb. 1861) - uit Odoorn die samen met Wiert Egberts betrokken waren bij de vervalsingsaffaire van archeologica die zich rond 1900 afspeelde (zie Odoorner baksel).
De producten die vanaf 1899 door hen werden gemaakt en verhandeld, waren stenen bijlen en aardewerken potjes en beeldjes. De vervalsingen werden op grote schaal aangekocht door het Drents Museum in Assen, het Fries Museum in Leeuwarden en het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. In 1902 erkende J.R. Arends dat veel bijlen en urnen niet authentiek waren.