(Nijmegen 1955) Ornitholoog, onderzoeker en publicist, autodidact.
Zijn naam werd reeds gevestigd in de periode (tot 1980) dat hij lid was van de Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie (CJN), afdeling Ede-Wageningen. Aanvankelijk voornamelijk actief met vogelonderzoek op de Zuidwest-Veluwe (De Sijsselt, Planken Wambuis) waar hij nog steeds veldwerk uitvoert (inmiddels meer dan 30.000 uur).
Bijlsma heeft als credo dat alleen gedegen en langdurig veldwerk bijdraagt tot kennis van vogels en ecologie in zijn algemeenheid. Zijn publicaties zijn dan ook onderbouwd met een schat aan eigen waarnemingen en ervaringen. Hoewel het bekendst als 'roofvogelman' is hij een echte allrounder die gevraagd en ongevraagd zijn mening geeft over natuurbeheer en -ontwikkeling. Met zijn eigen kijk haalt hij regelmatig de landelijke pers. Sinds 1982 is hij in Drenthe actief en kreeg hij een tijdelijk dienstverband bij de Provincie Drenthe als medewerker Milieukartering. Hij is vanaf 1982 actief in de Werkgroep Roofvogels in Nederland. Tot en met 1988 heeft hij in opdracht van de provincie vogels geïnventariseerd. Daarna werkte hij in los dienstverband bij onder meer de Samenwerkende Organisaties Vogelonderzoek Nederland (SOVON), Natuurmonumenten, de International council for Bird preservation, Rijkswaterstaat en de Werkgroep Avifauna Drenthe. In 1986 werd hij voor zijn onderzoekswerk gehonoreerd met de Herman Klompprijs. In 2002 kreeg hij van de Werkgroep Avifauna Drenthe de Drentse Vogelpries.
Bijlsma woont sinds 1990 in Wapse. Er zijn tientallen gezaghebbende artikelen van zijn hand verschenen, waarin veel onderzoeksmateriaal uit Drenthe is verwerkt. Voorts publiceerde hij of werkte in belangrijke mate mee aan: De Boomvalk (1980), de Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels (1993), de Atlas van de Nederlandse Broedvogels (1979), de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987) en deel II van de Avifauna van Nederland (2001). Ook was hij tot 2002 gedurende negen jaar eindredacteur van het jaarlijks verschijnende blad Drentse Vogels.