(De Wijk 1852 - Den Haag 1931) Geograaf, schrijver.
Afkomstig uit een boerenfamilie. Ontwikkelde zich tot een gezaghebbend geleerde in binnen- en buitenland. Wordt beschouwd als de grondlegger van de economisch-geografische wetenschap in Nederland. Blink werkte aanvankelijk als onderwijzer en kwam na het behalen van vele akten bij het middelbaar onderwijs. Na ordeproblemen nam hij ontslag en vertrok naar het buitenland (Parijs en Straatsburg) om verder te studeren. In 1885 promoveerde hij aan de universiteit van Straatsburg op Wind- und Meersströmungen im Gebiet der kleinen Sunda-Islen. Een jaar later richtte hij met de predikant A. Winkler Prins het tijdschrift Vragen van de dag op; jarenlang bleef hij hiervan redacteur. In 1901 werd hij privaat-docent aan de Leidse universiteit en in 1918 volgde de benoeming tot buitengewoon hoogleraar aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Ook is hij lector aan de Handelshogeschool te Rotterdam geweest en heeft hij prinses Wilhelmina les in aardrijkskunde gegeven.
In 1902 verscheen zijn tweedelige Drenthe in 't Verleden en Heden. Blink interesseerde zich ook voor de letterkunde. De publicaties van J.M. Schiphorst, G. Broekhuizen en H. Tillema waren zijn voorbeelden. Ook de Meppeler P.C.J. Meys had invloed op zijn literaire werk. In 1875 beging hij 'een jeugdzonde' door een dichtbundel, getiteld Lentespruitjes te laten uitgegeven. Op latere leeftijd schreef hij weer gedichten. Deze werden toegevoegd aan zijn autobiografie, die hij kort voor zijn overlijden voltooide. Zij werd als Dr. H. Blink 12 februari 1852 - 12 februari 1932. Een tijds- en levensbeeld uitgebracht. Blink overleed twee maanden voor zijn tachtigste verjaardag en werd begraven op het kerkhof van IJhorst bij De Wijk.