Persoon

Addeke Hendrik Boerma

Functie: Departementaal en internationaal ambtenaar

Geboren: 1912
Gestorven: 1992

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

(Annerveenschekanaal 1912 - Wenen (Oostenrijk) 1992). Departementaal en internationaal ambtenaar.

Groeide op in de Veenkoloniën, waar zijn vader een middelgroot boerenbedrijf had. Daarbuiten was vader Boerma enige tijd politiek actief als lid van de Provinciale Staten namens de vrijzinnige kiesverenigingen in het district Assen. In 1929 verliet hij zijn geboortestreek om aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen tuinbouw en landbouweconomie te studeren. Hij studeerde in 1934 af als landbouwingenieur op twee scripties met als titels 'De zoetemostbereiding van zacht fruit' en 'Intensiveering en rationaliseering in de Nederlandsche fruitteelt'.

Eind 1934 solliciteerde hij naar de functie van adjunct-secretaris van de Overijsselsche Landbouw Maatschappij. In deze functie was hij de rechterhand van S.L. Louwes, die als secretaris in toenemende mate in beslag werd genomen door de uitvoering van het landbouwcrisisbeleid. Ook Boerma's werk stond volledig in het teken van de moeilijkheden in de land- en tuinbouw. Hij reisde Overijssel rond om in de dorpen en gehuchten lezingen en voorlichtingsbijeenkomsten te verzorgen. Verder was hij belast met het landbouwonderwijs en met de landbouwcoöperaties in de provincie. In 1938 haalde Louwes Boerma naar Den Haag om in dienst van het Rijksbureau voor Voedselvoorziening in Oorlogstijd mee te werken aan de voorbereiding van de voedselvoorziening in het geval van oorlog. Hij werd belast met de leiding van de afdeling Veevoederdistributie en de afdeling Provinciale Voedselcommissarissen.

Tijdens de Duitse bezetting vervulde Boerma verscheidene functies op het gebied van de voedselvoorziening. Na de oorlog werd hij benoemd tot regeringscommissaris voor Buitenlandse Agrarische Aangelegenheden. In deze functie was Boerma nauw betrokken bij verscheidene initiatieven op het gebied van internationale samenwerking. In 1947 werd Boerma directeur van het Europees bureau van de FAO in Rome, als opvolger van Louwes. In 1958 werd hij hoofd van de Programma- en Begrotingsdienst van de organisatie en in 1960 assistent-directeur-generaal. Deze laatste functie stelde hem in de gelegenheid om zijn grote ideaal, het opzetten van een wereldvoedselprogramma, te verwezenlijken.

Van het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties, waarmee in 1962 een begin werd gemaakt, werd Boerma de eerste uitvoerend directeur. Toen in 1967 de post van directeur-generaal van de FAO vrijkwam, schoof het kabinet-De Jong Boerma naar voren als zijn kandidaat. In zijn eerste jaren als directeur-generaal was Boerma nog vol goede moed dat het hem zou lukken de honger in de wereld uit te bannen. In 1975, zijn laatste jaar, was hij al minder optimistisch. In een rede tot de Wereldvoedselraad verklaarde Boerma dat deze doelstelling niet reëel was.