Esdorp met verspreide bewoning in de gemeente Tynaarlo (tot 1998 Vries, tot 1-12-1999 Zuidlaren) ten zuidwesten van Eelde, ten zuiden van Peize en ten zuidoosten van Roden. Ten westen van het dorp strekte zich vroeger het grote Bunnerveen uit, voornamelijk gelegen in de noordwesthoek van de voormalige gemeente Vries. Slechts twee stukken verkeren nog in oude staat. Het grootste, Bunnerveen (46 ha), ligt tegen de grens met de gemeente Noordenveld, het tweede, Stuifgat (17 ha), is gelegen aan de weg Bunne-Lieveren; beide zijn staatsnatuurreservaten. Het zuidoostelijker gelegen Bongveen (11 ha) is bezit van Het Drentse Landschap. Aan de zuidkant van het dorpje ligt de Bunneres, deels bouw- en weiland, deels recreatiegebied (naturistencamping) met de vennen Langwandveen, Holtveen en Langakkersveen (samen 2,5 ha). Het Eelderdiep ten oosten van Bunne heet ook wel Bunner Diepje.
In bronnen komt de plaatsnaam voor als Buun (1141), Bonne (1206-07) en Bunne (1302 en 1343). De betekenis kan zijn: a) afgeleid van de persoonsnaam Bunno, Bunne, Bunna of Buyn, b) idem van buun, bune = gevlochten heg, vlechtwerk of beschoeiing of c) bunjo = verhoging, hoogte.
Eén van de drie Drentse kloosters stond in Bunne, namelijk de Commanderij van de Duitse Orde, ook het Duitse Huis der Heilige Maria te Bunne genoemd. De commanderij is vermoedelijk ontstaan op het grondbezit van Ludolf van Bunne, die eind 13e eeuw tot de Duitse orde toetrad. De Duitse orde was een ridderorde, ten tijde van de kruistochten in het Heilige Land gesticht. Na de val van Acco (1291) richtte de orde zich op kerstening van het Baltisch gebied. De commanderij te Bunne kende geen kloostergemeenschap en werd vanuit Utrecht bevolkt. De commanderij moest de eigendommen van de orde in het noorden beheren; de inkomsten dienden voor de ridderbroeders en hun expedities. De commanderij verwierf behalve in Bunne goederen, renten en tienden in Noord-Drenthe en de stad Groningen en omgeving. Ze bezat bovendien het collatierecht van de kerk van Eelde (1289) en in 1446 werd de kerk van Vries geïncorporeerd in de commanderij. In Bunne stond een kapel, waarin dienst werd gedaan door een priester uit de commanderij ten behoeve van de inwoners van Bunne en Winde. Na de opheffing van de commanderij werd de kapel bediend namens de pastoor van Vries. Kort na 1580 is de kapel in Bunne afgebroken en werd de grond tot begraafplaats ingericht. Vanaf 1560 werd de Kommanderij het 'Huis te Bunne' genoemd. Vervallen door het 16e-eeuwse oorlogsgeweld, ruilde de Duitse orde in 1563 de commanderij met Johan van Ewsum, die in Noordenveld een heerlijkheid wilde stichten. In de 18e eeuw werd het een boerenwoning, die ruim anderhalve eeuw in het bezit van de familie Ebels is gebleven. In 1934 werd het verkocht aan de familie Hofstee.
Eind 19e eeuw kregen Bunne en Winde een zuivelfabriek te Bunne. Medio 20e eeuw werd zij gesloten en is nu een metaalconstructiebedrijf. Voorts is er een korenmalerij.
Schimpnaam voor de inwoners: Zoepenbrijbekken.