(Hoogeveen 1817 - Amsterdam 1908) Bestuurder.
Studeerde rechten te Groningen en promoveerde daar in 1841. Vestigde zich als advocaat te Hoogeveen, maar werd al spoedig burgemeester en gemeentesecretaris van Zuidwolde (1841-42); de zelfde functies vervulde hij in Hoogeveen (1842-43). Vanaf 1843 was hij werkzaam als notaris. Carsten werd in 1850 lid van de Provinciale Staten; hierin had hij zitting tot 1875, vervolgens wederom in de periode 1886-87. In de Eerste Kamer had hij zitting van 1875-1884. Van 1880 tot 1887 was hij voorzitter van het Drents Landbouw Genootschap. Carsten stimuleerde o.a. de oprichting van de afdeling Drenthe van het Nederlandsche Rundvee Stamboek en een commissie die de mogelijkheid moest onderzoeken van het oprichten van een provinciale veeverzekering.