(Sneek 1930 – Groningen 2009) Paleobotanicus.
Studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Promoveerde 1972 op het proefschrift Bog development in southeastern Drenthe (the Netherlands) (Vegetatio 25, 1975). Was van 1958-1995 verbonden aan het Biologisch-Archaeologisch Instituut. Casparie bestudeerde de groei en opbouw van het hoogveen in Zuidoost-Drenthe. Hij verrichtte pollenanalytisch onderzoek van veenprofielen en van grafheuvelzolen, alsmede determinaties van bij opgravingen gevonden houtresten. Bestudeerde en catalogiseerde de prehistorische veenwegen in Nederland (onder meer die van Nieuw-Dordrecht en Smilde-Suermondswijk), alsmede de keienweg van Bronneger ('Bog trackways in the Netherlands', Palaeohistoria 29 (1987) 35-65). Bestudeerde de veenterpen bij het Paterswoldse Meer ('Veenterpen in Neerwolde', Noorderbreedte 11 (1987) 2-11).