In de veenderij werden aparte maten gebruikt, die zelfs per bedrijf of per streek konden verschillen. Op sommige plaatsen werd gemeten met de veenroede, op andere met de stok, echter beide als onderdeel van een dagwerk. De inhoud van een dagwerk was niet overal gelijk. In de Oostermoerse venen was een dagwerk 22 vierkante veenroeden ofwel 9856 turven, in de Smilder venen was een dagwerk 40 stokken of 12.800 turven, in Hoogeveen en omgeving was een dagwerk 45 stokken of 12.960 turven.
Begrip