Struik, komt van oorsprong niet uit Drenthe, maar is een exoot van de Noordoostkust van de Verenigde Staten; heet - ten onrechte - ook Canadese krent.
De struik werd in de 18e eeuw in Europa ingevoerd. De Franse botanicus Lamarck beschreef hem in 1783. Dit krentenboompje Amelanchier lamarckii, komt op enkele plaatsen (Ommen, Maartensdijk, Laren en Dwingeloo) op grote schaal verwilderd voor. Vooral bekend zijn de aangeplante krentenbossen bij Dwingeloo, waaraan de struik zijn Nederlandse naam dankt. De krent stelt geen hoge eisen aan bodem en vocht en werd om die reden ook gebruikt als onderbeplanting in bossen. In het voorjaar maakt de struik met zijn wollig behaarde blad en de vele langgesteelde bloempjes een zilverwitte indruk. De Amelanchier is zeer gemakkelijk te kweken en is een populaire struik geworden in tuinen en parken.