Esdorp in de gemeente Aa en Hunze (tot 1998 Rolde) ten zuidwesten van Rolde en ten zuidoosten van Assen. Ten zuidwesten ervan liggen de Ekehaarderesch (bouwland) en het Ekehaarderveld (weiland en een veenrestant van 0,1 ha met veenputten).
In 1556 vermeld als Ekehaer en in 1851-55 als Eykehaar; ook wel Eekehaar. De naam is samengesteld uit eke = eik(e) en haar = hoogte; de betekenis luidt dus: eikenhoogte. Dat deze naam terecht is, bleek in de periode 1825-1851, toen driehonderd eiken werden geveld en de houtverkoop hoog was.
Ekehaar bezat in de periode 1300-1700 twee boerderijen, in 1807 en 1832 vijf, in 1950 22. In 1993 waren er nog zeven over: drie in het dorp en vier in het buitengebied. In 1630 telde het dorp 23 inwoners, in 1947 175 en in 1991 205. In 1839 werd de nederzetting via Eldersloo met Rolde verbonden door het voetpad Ekehaerdijck. Ook met het naburige Amen (gemeenschappelijke marke) leidde slechts een voetpad. Pas in 1916 werd Ekehaar goed ontsloten en wel door de verharde weg van Rolde via Nijlande, Eldersloo, Ekehaar en Amen naar Hooghalen; in 1921 werd de weg via Anreep en Schieven naar Assen verhard.
De snelle ontwikkelingen van Ekehaar ten opzichte van andere kleine plaatsen in de omgeving is toe te schrijven aan de komst van een school in 1864 en daarna van enkele middenstanders (kruideniers, bakker). Het dorp bezit thans enige industrie: een mechanisatie- en een elektrotechnisch bedrijf en twee bouwondernemingen. Verder zijn er de galerie De Kiekkast, de theaterboerderij Het hek van de dam en het dorpshuis. Centraal punt in het dorp is Café Popken.