Tot zijn 24e werkte hij als boerenknecht in het bedrijf van zijn vader. Daarna werkte hij tot aan zijn pensionering bij de douane. Na het beëindigen van zijn ambtelijke loopbaan - in 1934 - begon hij te schrijven. Twee dialectfeuilletons, die hij onder het pseudoniem D. Enniga voor het »Agrarisch Nieuwsblad schreef, werden in boekvorm uitgegeven: Um d'olde Toren verscheen in 1944 en Oet 't olde darp kwam drie jaar later op de markt. Kort na zijn dood verscheen van zijn hand een bundel korte dialectschetsen, getiteld Oet oes eigen Drenthe. Een bundel korte verhalen uit het land van hei en struiken. De overwegend humoristische verhalen hadden daarvoor in een gelijknamige rubriek in de Provinciale Drentsche en Asser Courant gestaan. Dening schreef ook poëzie. Zijn gedichten publiceerde hij vooral in het maandblad Drent(h)e, in de Nieuwe Drentsche Volksalmanak, in kranten en op kalenders. Uit zijn gedichten spreekt nostalgie naar vroeger en dus naar Drenthe (hij woonde inmiddels in Amsterdam). Ook schreef hij liedteksten, zoals Drente-lied, Drentse Jongs, Het Drentse Wicht en Een Drents volkslied.
- Functie:
- Geboren: 1873-01-01
- Gestorven: 1949-01-01
- Geboren in: Sleen
- Gestorven in: Amsterdam