Toen rond de vorige eeuwwisseling het eeuwenoude 'naober'-systeem (zie: Naoberplichten) in Drenthe scheurtjes begon te vertonen, werden de invloeden uit de 'stad' en van buiten Drenthe groter. Hulp van de buren die vroeger vanzelfsprekend was, werd zo langzamerhand iets dat moest worden geregeld. Wat je vroeger zelf met elkaar deed, kwamen voortaan professionals doen en de oude Drentse oplossingen maakten plaats voor de Nederlandse verzorgingsstaat.
Dat gold met name ook voor de verpleging en verzorging thuis. Een bont gezelschap maakte zijn opwachting in de Drentse huisgezinnen waaronder de kraamverpleegster, de wijkzuster en de gezinsverzorgster. Waren de eerste twee in dienst van de plaatselijke kruisverenigingen (zie: Kruiswerk), de gezinshulp was georganiseerd deels in eigen specifieke regionale verenigingen van protestants-christelijke, katholiek of algemene signatuur of maakte onderdeel uit van organisaties voor algemeen maatschappelijk werk.
In de loop van de jaren 1980 kwam ook in Drenthe een fusiebeweging op gang die in 1992 uitmondde in de oprichting van Thuiszorg Drenthe, waarin ook de gezinszorg werd opgenomen.