Studeerde te Delft waar hij in 1864 het diploma van civiel ingenieur verwierf. Na werkzaam geweest te zijn bij o.a. Rijkswaterstaat werd hij in 1878 belast met de leiding van de Provinciale Waterstaat van Drenthe. In 1884 werd hij hoofdingenieur. Hij heeft zich ingespannen voor de verbetering van de waterstaatkundige situatie rond Coevorden en het aanbrengen van een groot aantal wegverhardingen in de provincie. Ook leverde hij een belangrijk aandeel bij de totstandkoming van het nieuwe provinciehuis door de indeling en de plattegronden voor zijn rekening te nemen. In verband met zijn toetreden tot het kabinet-Mackay verleende het provinciaal bestuur hem eervol ontslag in 1888. Als minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid heeft hij de verbetering van de kleine rivieren in oostelijk Nederland bevorderd als gevolg waarvan ons schetsontwerpen zijn overgeleverd van de Reest, de Oude Vaart, het Peizerdiepje en de Oostermoerse Vaart. Zijn verdere werkzaamheden hebben zich voornamelijk op landelijk niveau afgespeeld

• Functie: Waterstaatkundige
• Geboren: 1840
• Gestorven: 1918
• Geboren in: Rotterdam
• Gestorven in: Den Haag