(Ruinerwold 1903 - Hoogeveen 1995) Landbouwer, politicus.
In de jaren '30 activist voor Landbouw en Maatschappij, redactiesecretaris van het gelijknamige blad. In oktober 1936 werd hij hoofdredacteur van het nieuwe Agrarisch Nieuwsblad, dat een jaar later dagelijks verscheen. De inhoud werd fel bestreden door de Odoorner predikant H. van Lunzen, die daarvoor ruimte kreeg in de Meppeler Courant. Van Lunzen schreef ook een brochure tegen Ter Haars ideologie: Waarheen werden de boeren geleid?
Na de verdwijning van de Drentse kranten tijdens WO II rolde een nieuwe krant, in Duitse geest, van de pers: Drentsch Dagblad. Ter Haar werd daarvan hoofdredacteur. Hij was in 1941 officieel lid van de NSB geworden en trad tevens toe tot de Germaanse SS. In 1943 werd hij bestuursraad ('gedeputeerde') van Drenthe.
In oktober 1948 werd hij veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf (na een eis van tien jaar) en ontzegging van het actief en passief kiesrecht. Hem werd voorts verboden openbare ambten te vervullen en hij kreeg tevens een publicatieverbod opgelegd. In cassatie werd zijn straf verhoogd naar negen jaar. Wegens goed gedrag werd hij begin jaren '50 ontslagen. Zijn felste opponent ds. H. van Lunzen noemde hem 'de Max Blokzijl van Drenthe'. Nadien kwam Ter Haar weer terug in het openbare leven, vanaf 1963 als kerkvisitator.