Aanduiding voor een groep van gewassen die weliswaar tot verschillende plantenfamilies behoren, maar een aantal eigenschappen gemeen hebben. Ze groeien aanvankelijk langzaam en zijn daardoor tijdens hun jeugd zeer gevoelig voor onkruid. Een intensieve onkruidbestrijding gedurende de eerste maanden van de groei is dan ook noodzakelijk. Deze heeft vooral plaats met een schoffel en/of hak; vroeger met de hand, later machinaal. Het gewas moet 'gehakt' worden; vandaar de naam hakvruchten. Door de vele arbeidsuren die de teelt vroeger vergde, golden hakvruchten als arbeidsintensieve gewassen. Voorbeelden van hakvruchten zijn: aardappelen, bieten, wortelen, enz. In 2000 werd 53% van het bouwlandareaal in Drenthe beteeld met hakvruchten (waarvan een groot deel fabrieksaardappels); rond 1955 nog 'slechts' 39%.