(Vlaardinger-Ambacht 1922 - Datterode, Dld. 2003) SS-officier van de Landstorm te Hollandscheveld.

Zoon van een kweker en een pro-Duitse verpleegster van het Duitse Rode Kruis van Nederlandse afkomst. Na het afronden van de hbs sloot Hoogendam zich in 1940 aan bij de SS-Standarte 'Westland', waar hij in november 1940 beëdigd werd. In 1941 werd hij ingezet bij het stichten van een Nederlandse politie-eenheid onder Duits opperbevel. Hij verwierf de rang van Luitenant der Staatspolitie.

Na zijn eerste huwelijk vertrok hij in april 1944 naar de SS-Junkerschule Tölz, waar hij een officiersopleiding kreeg. In oktober 1944 kwam hij naar Hollandscheveld, om samen met A. Pattist en onder leiding van Van Oort, Nederlandse mannen, lid van de Germaanse SS, op te leiden tot Landstormsoldaten. Tijdens de daarop volgende acties tegen de Nederlandse bevolking, deed Pattist vaak het woord, en viel Hoogendam op door zijn zeer hardhandig optreden. Zeker 175 personen, mannen, vrouwen en kinderen, werden mishandeld, vooral door Dirk. Een deel van de gevangenen werd overgeleverd aan de Duitsers. Acht arrestanten kwamen om. Hoogendam werd in 1950 ter dood veroordeeld, wat omgezet werd in levenslang. Al in de zomer van 1945 was hij echter ontsnapt. Hij ging in Datterode, bij Kassel, een tweede (bigamistisch) huwelijk aan. Zijn verblijfplaats bleef onduidelijk tot april 2001. Omdat hij nog recht had op een beroep tegen het vonnis, volgde er een proces. Op 1 oktober 2002 verklaarde de Strafkamer van de Hoge Raad zijn beroep ongegrond, zodat de veroordeling uit 1950 onherroepelijk is geworden.