Vertalingen van (delen van) de bijbel in het Drents.
In 1955 zond de RON voor het eerst een 'Drèentse preek' uit, en wel vanuit Gieten. Voorganger was de theologiestudent G. Nijenhuis, die de benodigde bijbelteksten zelf in het Drents had vertaald. Nijenhuis is sedertdien menigmaal in het Drents voorgegaan ook nadat hij naar het westen des lands was verhuisd. Tevens hield hij in die periode Drentstalige meditaties voor het Drents Programma van de inmiddels RONO genaamde omroep.
Kort na de oprichting van Oeze Volk publiceerde J. Naarding hierin enkele bijbelfragmenten in Zuidoost-Drents. Tussen 1959 en 1967 heeft ook de predikant van Schoonebeek, A. Meijeringh, kerkdiensten in de streektaal geleid. Vertalingen van de liederen kreeg hij via de omroep van regionale schrijvers, en zelf vertaalde hij de schriftgedeelten die hij aan de orde wilde stellen.
Max Douwes werkte van 1965 tot 1970 aan een lokale Zuidoost-Drentse versie van het Nieuwe Testament. Hij raadpleegde daarbij binnen- en buitenlandse bijbelvertalingen. Voor de RONO werd tussen 1966 en 1970 vrijwel wekelijks een aantal verzen uit de 'hertaling' voorgelezen. In 1975 wilde Douwes dit werk laten uitgeven, maar doordat de provincie geen subsidie verstrekte, werd het plan niet uitgevoerd. Wel plaatste Oeze Volk van 1980 tot 1983 in afleveringen 'De bliede tieding naor de beschrieving van Marcus' uit Douwes' manuscript. Dit evangelie had in 1977 ook een groep vertalers, bestaande uit H. Heyting, G.H. Kocks, G. Nijenhuis en K. Sluiter aan het werk gezet. Het resultaat verscheen in 1981 in het Zuidoost-Midden-Drents als Marcus, een Drentse vertaoling. Douwes - ten slotte - bracht in 1988 zijn De goeie tieding. Naor de beschrieving van Mattheus in boekvorm uit.
Intussen ging Nijenhuis, sinds 1971 in het Noorden terug, nog steeds voor in Drentstalige diensten. Bij voorkeur gebruikte hij nu teksten uit Marcus. De psalmen en gezangen daarbij werden vertaald door de schrijver J. Kuik. Door diens toedoen werd bij Het Drents Genootschap in 1981 een werkgroep van theologen en dichters opgericht die een Drentstalig kerkliedboek zou schrijven. In 1991 kwam een bundel van vijftig psalmen en 110 gezangen uit onder de titel Psalms en gezangen in Drèents. Dezelfde werkgroep propageerde kerkdiensten in de streektaal en legde zich na enige personele wisselingen vanaf 1993 toe op bijbelvertalen. Zij heeft de brief van Jacobus gereed en is thans (2003) onder de naam Warkgroep Drèens-taolige Kerkdiensten bezig met het evangelie naar Lucas in het Zuidoost-Drents.
In 1984 verscheen van K. Kleine zowel het Hooglied (Vangt de loze vossen. Het Hooglied verdicht in de taol van Zuudwest-Drenthe) als een keuze van verzen uit Job (Waor blief Ie now? Job in 42 varzen in de taol van Zuudwest Drenthe). N
a vijftig jaar Drents bijbelvertalen kan men vaststellen dat er slechts enkele delen beschikbaar zijn. Aangezien er geen Standaarddrents bestaat, doet zich telkens weer de vraag voor welke streektaalvariant voor een bijbelboek gekozen moet worden. Gelet op het geringe aantal beschikbare vertalers is een Drentstalige bijbel vooralsnog ver weg. [Nijkeuter & Slot]