In 1474 schonken Johan Marissinge en zijn vrouw Alijt ter gelegenheid van Pasen een geldbedrag aan het Cisterciënzer klooster in Assen. De nonnen moesten dit besteden aan “wijne in hoere collacien [maaltijd] opten Wytten Donredach”, het Laatste Avondmaal. Voorafgaande aan de maaltijd waste moeder-overste de voeten van de nonnen net als Jezus dat volgens de bijbel bij zijn apostelen deed. Door deze handeling na te spelen voelden de nonnen zich nauwer betrokken bij de bijbelse gebeurtenissen.
Tekst