Locatie

Peize

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Schaafsma
Bron: Drents Archief

Dr.: Paais 

1. Voormalige gemeente, zie: Noordenveld.

2. Dorp in de gemeente Noordenveld (tot 1998 Peize), hoofdplaats van de voormalige gemeente; 4246 inwoners (2000) en 1879 woningen (2000). Gelegen ten oosten van Roden en ten westen van Eelde-Paterswolde. Ten noorden van het dorp liggen de buurtschappen Peizermade en Peizerwold, het weidecomplex Peizerweering en de Polder de Peizer- en Eeldermaden. Aan de zuidoostkant is de buurtschap De Pol of Peizerpol aan het dorp vastgegroeid; verder oostwaarts ligt De Horst of Peizerhorst. De westgrens van de voormalige gemeente wordt gevormd door het Peizerdiep.

Bronnen vermelden: Pedge (1165), de Pezie (1176-77), de Peisge (1180-81), Pedge (1206), Pedze (1208), Peinse (1212), Pelge (1224), Peedse (1225), Pedze (1247), Pedese (1249-1254), Peyze (1302), Petze (1304), Pedzie (1313), Paitze (1313), Peedse (1326), Peydse en Paydse (1335), Petse (1343), Peydze (1360), Peise (1811-13). De betekenis zou kunnen zijn: a) ped-eggia = moerasrand, b) pathithja = moerasgebied. Toponymisch verwant met Peest en Pesse.

In de periode 1600-1815 bloeide in Peize de hopteelt, meer dan in de andere Noord-Drentse dorpen, om bier te produceren. Op het hoogtepunt van de teelt telde Peize 86.540 hoppekuilen, verreweg de meeste in Noord-Drenthe; tweede was Roden met 23.448, derde Eelde met 22.535 hoppekuilen. Na 1815 sudderde de hopteelt nog door tot 1840, voordat zij geheel verdween. De aardappelteelt trad ervoor in de plaats om het de kleine bedrijven mogelijk te maken zich in hun levensonderhoud te voorzien. De hopteelt is in ere gehouden in het oude gemeentewapen, in de naam van het verzorgingstehuis ('De Hoprank') en in die van één van de cafés annex bierbrouwerij ('De Hopbel'), compleet met proeflokaal.

In 1382 kwam een overeenkomst tot stand tussen het klooster van Aduard en o.a. de zijlvest (het waterschap) van Peize over de Aduarderzijl (sluis). Op 12 maart 1352 sloten Egbert van Peize en de inwoners van Peize e.a. een verdrag met Groningen als een 'alinghe zone' (= volledige verzoening); de macht van de stad breidde zich langzaam, maar zeker in zuidelijke richting (Noord-Drenthe) uit, met name op het gebied van de handel. In 1405 maakte de bisschop van Utrecht, Frederik van Blankenheim, een einde aan deze Groninger invloed in Drenthe. Hij liet o.a. de vestingwerken van de stad in Peize slopen.

In het begin van de 19e eeuw is het 'Huys te Peijse' verdwenen; de restanten zijn verwerkt in een boerenplaats op hetzelfde terrein of onder de grond verdwenen. Bij onderzoek in 1959 en 1999/2000 zijn resten aangetroffen van de stenen fundering en van enkele houten brugpalen. Hierdoor kon de locatie van het huis, de gracht en de brug worden bepaald. Palen markeren sinds najaar 2002 de contouren van het huis en de plaats van de brug. Aan het Burchtlaantje is een informatiebord geplaatst.

In 1598 was de Peizer pastoor bereid predikant te worden; op de synode van 1600 te Anloo kreeg hij, met anderen die de overstap maakten, bijzondere aandacht. Op de synode van 1602 te Assen werd Peize ingedeeld bij de classis Rolde; het collatierecht berustte bij de eigenerfden.

De hervormde kerk dateert in oorsprong uit de tweede helft van de 13e eeuw. Het huidige koor kwam tot stand in 1824; bij de bouw werd gebruik gemaakt van oud materiaal van het eerdere koor. De kerk bezat tot 1624 een forse westtoren; deze werd dat jaar afgebroken, waarna in 1803 de huidige toren verrees. Restauratie had plaats in de periode 1964-1968. Bij die gelegenheid werden de grote rondboogvensters, bij de verbouwing van 1824 in de hele kerk aangebracht, vervangen door gereconstrueerde romaanse vensters. Ook werd een triomfboog, waarvan de fundering was aangetroffen, weer opgemetseld. Hierbij werd een situatie die nimmer bestaan heeft gecreëerd: de boog behoorde bij het oude, smallere koor. De kerk heeft een van de oudste en grootste orgels in Drenthe. De oudste onderdelen dateren van 1631, toen het oorspronkelijke instrument door Anthonie Vrebeeck voor het Pepergasthuis in Groningen werd gebouwd. In 1697 werd het orgel uitgebreid door A. Schnitger en in 1757 verbouwd door A.A. Hinsz. In 1861 werd het door P. van Oeckelen naar de kerk van Peize overgebracht. De preekstoel (1751) is van eikenhout. De Kymmellbank in het koor en het doophek zijn geplaatst bij de nieuwe inrichting in 1824. Andere onderdelen van het interieur: doopvont van Bentheimer zandsteen (12e-13e eeuw) en een sarcofaagdeksel (nu altaarsteen) van rode zandsteen met wijdingskruisjes in de vier hoeken.

Het voormalige gemeentehuis dateert uit 1917-18 en is traditionalistisch qua stijl. De achtkante stellingmolen is in 1845 gebouwd als oliemolen te Enumatil, maar in 1848 als korenmolen te Peize neergezet. Peize bezit verder enkele oude boerderijen, het Kymmellshof (voormalige Kymmellhuis) met een achterhuis uit 1720, de heemtuin (1973) en de hoptuin, de voormalige gemeentetuin aan de Hoppekampweg. Peize wordt gekenmerkt door een open structuur met een achttal weilanden plus voet- en fietspaden midden in het dorp. Bij de uitbreiding is geen invulling van de open plekken toegepast.

Forensendorp, met name voor de stad Groningen. Ten noorden van het dorp liggen de Peizer- en Eeldermaden (deels gemeente Tynaarloo). Voorts liggen rond Peize de natuurreservaten Weehorstbos (4 ha) en Veenputten in Broekstukken (10 ha) en bij Altena het Tolnerbos.

Schimpnamen voor de inwoners: Aolkoppen (soort paling in de beekjes) en Franzen, Fraanzen (gehinnik van merries). 

Literatuur

  • Lit.: G. Rossing, Speuren naar sporen van de hopteelt in Peize (Assen 2000)
  • J. van Bergen, Peize in grootmoeders tijd (Zaltbommel 1986)
  • K. Veurman-van der Spoel, Peize in oude ansichten (Zaltbommel 1986).