Opgericht door een zestal Amsterdamse ondernemers, die op 28 juni 1851 van de markegenoten van Noord- en Zuidbarge een groot veengebied kochten. Dit gebied kreeg de naam Amsterdamsche Veld.
Het had in die tijd enige faam als jachtterrein voor de koopmanselite uit Holland. In 1860 bereikten de kanaalgravers van de Hoogeveensche Vaart het Barger veengebied en ontstond het dorp Nieuw-Amsterdam. De administratie van de maatschappij lag in handen van L.B.J. Dommers, burgemeester van Schoonebeek. Na zijn overlijden werd de Drentsche Landontginning Maatschappij overgenomen door Griendtsveen. Het Amsterdamsche Veld was toen, behalve een strook aan de westzijde, nog steeds niet aan de snee gebracht.