Conservatieve richting binnen de Afgescheiden Kerken, die zich openbaarde rond 1850.
Binnen de theologie van de opleiders in Noord-Nederland zag men de kerk als een gemeenschap van gelovigen met plaats voor velen. Daar binnen bestond een groep waarlijk gelovende mensen. Die hadden het besef gekend van de onmacht en de onwil van de zondige mens om echt te geloven. Deze theologie kon leiden tot een berustende, introverte levenshouding. Binnen deze richting hechtte men aan het oude ambtsgewaad van de predikant. Men was tegen nieuwigheden in mode en levensstijl, die men zag als 'werelds zedenbederf'. Dit in tegenstelling tot de Gelderse richting, waar men een vrijere visie en levensstijl had. De Drentse richting stierf na verloop van jaren een natuurlijke dood, omdat theologisch deze richtingenstrijd nooit werd uitgevochten.