Lat.: Myrica gale; Dr.: Vlooienkruud, Vlooienbossie
Welriekende struik behorende tot de Gagelfamilie.
Gagel komt in Drenthe voor op voedselarme, zure plaatsen met kwel van enig mineraalarm grondwater. Dit soort plaatsen vinden we in Drenthe vooral op overgangen van heidevelden naar beekdalen, van heidevelden naar hoogveen en langs venoevers. Struwelen van Gagel komen nu nog voor in het Bongveen bij Donderen, in de Anserdennen, de Zeegserduinen, langs de Elperstroom en in het Sliekerveen bij Lheebroek. Gagel is in de laatste decennia sterk achteruitgegaan. Gagel werd gebruikt als welriekend kruid zoals in linnenkasten en was een voornaam bestanddeel van de gruit, een grondstof bij de bierbereiding, later vervangen door hop.