Lat.: Maculinea alcon ericae
Heidevlinder. Het gentiaanblauwtje heeft een ingewikkelde levenscyclus. De vlinder legt zijn eitjes op de bloemen en knoppen van de »Klokjesgentiaan. De rups voedt zich de eerste periode met het binnenste van de bloem. Na een tijdje kruipt zij naar de grond. De rups heeft klieren die een stof afscheiden die zeer aantrekkelijk is voor bepaalde mieren-soorten. Deze nemen de rups mee naar het mierennest waar de rups door de mieren wordt gemolken. De rups overwintert in het nest en leeft van het voedsel dat de mieren aanvoeren of vergrijpt zich aan het mierenbroed of mierenlarven. Landelijk gezien is Drenthe voor het Gentiaanblauwtje een belangrijk bolwerk. In deze provincie gaat de soort echter ook sterk achteruit. Het Gentiaanblauwtje staat op de Europese lijst van bedreigde soorten.