(Groningen 1958) Historicus.
Studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Raakte eind jaren zeventig betrokken bij de Drentse geschiedenis door studie naar de armoede en de armen in deze provincie over de periode 1500 tot 1900, naar aanleiding van de Geschiedenis van Drenthe (1985). Na zijn studie begon en voltooide hij in 1985 zijn proefschrift Op de grens van het bestaan. Armen en armenzorg in Drenthe 1700-1800, maar zijn promotie aan de Rijksuniversiteit te Groningen was een paar jaar later, namelijk in 1989. Tussen november 1985 en mei 1987 was hij werkzaam bij het Rijksarchief in Drenthe (nu Drents Archief), wat onder andere resulteerde in de studies Het ellendige leven van Eise Pijl en de zijnen. De lotgevallen van een arm gezin uit de negentiende eeuw (1987) en Diaconie-archieven als bron. Een gids voor historisch onderzoek (1988). Behalve de bovengenoemde studies, verscheen van zijn hand Bronnen voor de Geschiedenis van Westerwolde (1991). Dit boek was een leidraad voor de 8-delige serie ‘Geschiedenis van Westerwolde’ (1991-1998).
In 1990 was hij één van de oprichters van het Asser Historisch Tijdschrift en vervolgens hoofdredacteur van dat blad tot en met 1995. Van 1991 tot 1994 was hij werkzaam als provinciaal historicus van Drenthe. Een deel van zijn functie was hoofdredacteur van de serie Cultuur-historische fietsroute Trappertoer; zo begeleidde hij de Trappertoer Oosterhesselen (1992), de Trappertoer Gieten (1992), de Trappertoer Coevorden (1993) en de Trappertoer Peize (1994). Vanaf 1994 was hij een jaar lang coördinator van het project cultuurtoerisme van het provinciaal bestuur van Drenthe, namens het Kunst en Cultuur Instituut Drenthe. Tussen 1994 en 1998 was Gras hoofdredacteur van Waardeel. Drents Historisch Tijdschrift. De restyling van dit blad had Gras een actief aandeel in gehad.
. Hij maakte tussen 1991 en 1997 deel uit de redactie van de Nieuwe Drentse Volksalmanak en was tevens lid van de redactie van de Asser Historische Reeks, samen met Prof.Dr. P. Kooij, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, en Drs. P.T.A. Zweegers, gemeentearchivaris van Assen.
Daarnaast was en is hij sinds 1995 actief als zelfstandig historicus en uitgever van Endymion. Van zijn hand verschenen als auteur, mede-auteur, redacteur en voorzitter/hoofdredacteur Als de Dag van Gisteren. Honderd jaar Drenthe en de Drenten (15 afl.; 1991-1992), Geschiedenis van Diever (1992), Kadastrale Atlas van Drenthe 1832. Deel XIII Rolde (1992), De plaats van lokale en regionale geschiedenis in de klas. Verslag van de conferentie te Nijverdal (1993), Cultuurhistorisch toerisme. Botsende belangen van cultuur en economie? Verslag van de conferentie te Nijverdal (1993), Geschiedenis van Hoogeveen 1815-1975 (1995), 3 kralen aan 1 ketting. De drieëenheid Smilde (1995), Langs de vaart. Geschiedenis van Smilde (1997), Een buurschap en haar marke. Geschiedenis van Oosterhesselen (1997), Rond Hunze en Hondsrug. Geschiedenis van Odoorn (1997), Achter de Aa. Geschiedenis van Vledder (1997), Tweestromenland. Geschiedenis van de Wijk (1998), Drenthe's veste. Geschiedenis van Coevorden (1998), Geschiedenis van Assen (2000) en Gedane Zaken. De twintigste eeuw in 32 portretten (2001). De laatste was uitgegeven met een CD, voor Drenthe uniek. Naast de boeken, is hij verantwoordelijk voor zo’n honderd hoofdstukken, artikelen en recensies.
Aan zijn werkzaamdheden en tal van bestuurlijke en andere functies op historisch terrein in Drenthe kwam een tijdelijk einde in 2001 door een beroerte. Na zijn herstel oefent Gras weer dezelfde werkzaamheden en functies uit. In 2009 werd hij gevraagd om adviezen te geven rond de tiendelige TV-serie ‘De Vaart van Vroeger’ van RTV Drenthe (2009-2010, herhaald 2017) en vanaf 2011 tot nu zijn zijn publicaties weer te vinden in diverse tijdschriften, met name in Drenthe en Groningen. In 2018 trad hij - wederom - toe tot de redactie van de Nieuwe Drentse Volksalmanak.