Cultuur of traditie uit het Laat-Paleolithicum, genoemd naar vindplaatsen uit het Ahrensburger-Tunneldal in de omgeving van Hamburg.
Het verspreidingsgebied van de Hamburg-cultuur omvat Zuid-Scandinavië, Polen, Noord-Duitsland en Noord-Nederland. De Hamburg-cultuur (ca. 12.600-11.900 v.Chr.) is de eerste paleolithische cultuur in onze streken na een lange periode van extreme koude. In de oudste fase van de Hamburg-cultuur (Meiendorfgroep) domineren de zogeheten kerf- of schouderspitsen, in de latere fase vooral (lange) gesteelde spitsen. De jongste fase staat bekend als de Havelter-fase of Havelter-groep en is genoemd naar enkele vindplaatsen uit de omgeving van Havelte, ontdekt door amateur-archeoloog Voerman.
Op vindplaatsen van de Havelter-fase zien we behalve steelspitsen (Havelter-spitsen) sporadisch ook Tjonger-spitsen of Federmesser (Federmesser-cultuur). Verder zijn ook lange krabbers met geretoucheerde zijden en, vooral in de oudste fase, kromme boren (krombekstekers) kenmerkend.
De jager-verzamelaars van de Hamburg-cultuur staan ook wel bekend als rendierjagers, want dat dier was een van hun belangrijkste bestaansbronnen. In Noord-Nederland zijn ruim honderd vuursteenvindplaatsen van de Hamburg-cultuur ontdekt, waarvan tientallen in Drenthe. In deze provincie zijn opgravingen gedaan op vindplaatsen bij Oosterhesselen, Diever, Rolde-Nijlande, Gasselte en Vledder. Op de vindplaats bij Vledder zijn behalve vuurstenen artefacten ook enkele stukken barnsteen en oker (rode kleurstof) gevonden. Een van de stukken oker is doorboord en waarschijnlijk gebruikt als hanger.