Lat.: Rana arvalis Amfibie.
Net als de Adder is de Heikikker gebonden aan de vochtige heide- en veengebieden. In het voorjaar op zwoele avonden roepen koren heikikkers hun 'bloep-bloep'; het geluid wordt omschreven als lucht die ontsnapt uit een fles onder water. Heikikkers leven voornamelijk in natuurgebieden of in bossen met veel vennen. In de paarperiode kunnen de mannetjes gedurende 1 of 2 weken een blauwe kleur krijgen. De heikikker staat op de Rode Lijst en Drenthe is van grote betekenis voor deze soort. Een bedreiging is vooral gelegen in de voorplantingslocaties: de vennen. Door milieuvervuiling worden de toch al zure vennen steeds zuurder. In te zuur water komen de eieren niet meer uit en verschimmelen ze.