Begrip

Hooiland

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Nat en vochtig grasland dat vanwege de beperkte draagkracht van de bodem in vroegere tijden uitsluitend gehooid werd, zij het soms met nabeweiding.

De min of meer constante milieuomstandigheden en beheersvorm vormden de grondslag voor soortenrijke, halfnatuurlijke levensgemeenschappen. Hooilanden waren gelegen in de midden- en benedenloop van beekdalen en in de laagveengebieden. Al naar de ligging waren er grote verschillen in plantensoorten. In de middenloop van beekdalen waar mineraal- en kalkhoudend grondwater uit de beekdalflank vloeide (kwel) waren bloemrijke dotterbloemhooilanden algemeen. Deze gronden werden soms actief met kalkrijk water bevloeid of werden door de beek in het natte seizoen overstroomd en aldus licht bemest. De gronden in de benedenloop en de laagveengebieden waren voedselrijker en werden langduriger overstroomd. Hier bepaalden vooral grote zeggensoorten met de voor Drenthe specifieke Noordse zegge het beeld. Ook worden hooilanden gekenmerkt door een grote rijkdom aan insectensoorten, eenden en weidevogels, zoals de Kwartelkoning. Het areaal hooilanden is door ontwatering en agrarische intensivering zeer sterk verminderd. Thans wordt het nog voornamelijk aangetroffen in reservaten in de stroomdalen van de Drentsche Aa en de Reest. De beheersmaatregelen die in het verleden tot het ontstaan van de karakteristieke halfnatuurlijke begroeiing hebben geleid, worden zo goed mogelijk voortgezet. Wel worden daarbij lichte machines ingezet, aangezien maaien en afvoeren in handkracht buitengewoon duur is. Zie ook: Madeland; Stroomland; Bovenland.