Half ingegraven rechthoekig gebouwtje zonder opgaande wanden waarbij de dakconstructie gedeeltelijk op het maaiveld rust. Hoewel 'hutkom' ingeburgerd is, ware 'komhut' een betere omschrijving.
Afmetingen van komhutten zijn in de regel 2 x 3 m, maar grotere exemplaren komen ook voor. De bodem ligt doorgaans ca. een halve meter onder maaiveld. Ze komen voor het eerst voor in de Romeinse tijd en hebben dan veelal vier of zes ingegraven palen die het dak ondersteunden. In de Vroege Middeleeuwen domineren komhutten met twee palen centraal in de korte zijde. Planken rondom verhinderden dat de ingravingskuil instortte.
Komhutten hebben gefunctioneerd als kleine bijgebouwtjes op de boerenerven. In sommige gevallen zijn in de komhutten aanwijzingen gevonden dat ze gebruikt werden voor ambachtelijke activiteiten zoals weven. Op laatmiddeleeuwse erven worden ze niet meer aangetroffen.