Samenwerkingsverband tussen twee planten, namelijk alg en schimmel. Samen vormen ze een korstmos.
Korstmossen kan men vooral aantreffen op de stam van bomen, op gesteente (hunebedden (zie: Hunebedflora), dakpannen, muren) en op de grond in de hei (rendiermossen). Veel soorten zijn gevoelig voor luchtverontreiniging.
Het relatief schone Drenthe is met ongeveer vierhonderd soorten rijk aan korstmossen. Omdat korstmossen veel zeggen over de luchtkwaliteit en de ammoniakbelasting van het milieu worden ze, in Drenthe ook door de Provincie Drenthe, gebruikt als bioïndicatoren (zie:Korstmossenmeetnet).
Een opvallende en karakteristieke soort in Drenthe is het Eikenmos Evernia prunastri, dat als hertengeweitjes overal aan de bomen hangt. In Drenthe is ook een korstmossoort aangetroffen die nieuw was voor de wetenschap en vernoemd is naar wijlen J.J. Barkman, namelijk Ammoniakschotelkorst Lecanora barkmaniana. Barkman heeft baanbrekend werk verricht op het gebied van korstmossen en paddestoelen.
In Drenthe gebruikte men vroeger voor het vee een aftreksel van de korstmossoort IJslands mos Cetraria islandica tegen hoesten. De dialectnaam voor deze korstmossoort is longrag.