(Delft 1819 - Assen 1885) Commissaris des Konings, 1875-1885.
Maakte een politieke carrière in Delft door, die hij succesvol afsloot als burgemeester gedurende de jaren 1855-1872. Als conservatief zat hij in de Tweede Kamer van 1868 tot 1875, waar hij sprak over onderwijs, binnenlandse zaken, militaire aangelegenheden en nijverheid. Toen in 1874 een benoeming tot minister niet was doorgegaan, werd hij benoemd tot Commissaris in Drenthe. Hij maakte zich sterk voor de moeilijke financiële positie van de gemeenten. In zijn ambtsperiode kwam het nieuwe provinciehuis aan de Brink gereed.