Vooraanstaande vervenersfamilie uit Avereest.
Aan het einde van de 19e eeuw exploiteerden zij o.a. veengebieden in Drenthe. De Gebr. Minke waren Johan George Minke (1855-1911), Bernardus Martinus Minke (1867-1937) en Johannes Antonius Minke (1878-1950). Na overlijden van J.G. Minke is de samenwerking ontbonden en is de onderneming in 1919 voortgezet door o.a. J.A. Minke. Na hem zetten diens beide zonen, Sjef en Frits, het bedrijf voort. Bij de vervenersactiviteiten hoorde een turfstrooiselfabriek te Dedemsvaart. Deze werd in 1930 verplaatst naar Coevorden. Beide broers verwierven grote belangen in het Schoonebeeker Veld. Minke werd later opgekocht door De Baat, die op haar beurt opging in Tref.