(Hilversum 1901 - Lage Vuursche 1976) Eerste bisschop van het herstelde bisdom Groningen, waaronder ook Drenthe ressorteert.
Opgeleid aan het klein-seminarie te Culemborg en het groot-seminarie te Rijsenburg; priesterwijding in 1924. Daarna assistent in Borne (1924-1926) en kapelaan te Utrecht (1926-1943) en pastoor in Oosterhout (1943-1954). Bij de wederinvoering van het uitgestrekte en intern-diverse bisdom Groningen viel de keus op Nierman als man van de praktijk, en niet op een academische gevormde clericus. De nieuwe bisschop ijverde sterk voor de oecumene, hetgeen hij ook uitdroeg op het Tweede Vaticaans Concilie. In 1968 moest hij vanwege gezondheidsredenen zijn ambt neerleggen; hij vestigde zich daarna in Lage Vuursche (gemeente Baarn).