Locatie

Odoornerveen

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

M.A.W. Gerding & Schaafsma
Bron: Gemeente Borger-Odoorn

1. Veengebied, gelegen ten westen van de Hondsrug in de voormalige gemeente Odoorn.

Ontstaan in de laagte tussen de Hondsrug en de westelijk daarvan gelegen rug van Sleen. Aan de noordzijde ging het Odoornerveen over in het Eeserveen. Deze veengebieden maakten op hun beurt deel uit van het grote Ellertsveld, dat centraal op het Drents plateau lag. Het Odoornerveen omvatte ca. 800 ha en het Eeserveen ca. 600 ha. Er werd gerekend met een winbare laag van 1100 ha. Het Odoornerveen is aan snee gebracht door de aanleg van het Oranjekanaal, dat vanaf de Drentsche Hoofdvaart bij Hijkersmilde in oostelijke richting gegraven werd met als doel de venen ten zuiden van Emmen te bereiken.

In 1853 werd de kanaalmaatschappij formeel opgericht onder de naam Drentsche Veen- en Midden Kanaal Maatschappij (DVMKM). De aanleg van het kanaal ging in het najaar van 1853 voortvarend van start en in 1856 was het kanaal over een afstand van 20 km gevorderd en werd het Odoornerveen bereikt. Bij de brug in de belangrijke route Coevorden-Groningen die hier over het kanaal gebouwd werd concentreerde zich de bebouwing van de nieuwe veenkolonie en ontstond na 1854 het dorp Schoonoord. Omstreeks 1855 werd het Odoornerveen aan snee gebracht. Van dat veencomplex had de kanaalmaatschappij slechts 164 ha in eigendom, dat wil zeggen het tracé van de vaart en de vaartswallen. De rest van het veen was in handen van particulieren die voor het gebruik van de vaart een afvaartgeld moesten betalen. Het Odoornerveen (en het Eeserveen) zijn in vrij korte tijd afgegraven. Het veengebied was relatief smal en langwerpig in dezelfde richting als de vaart gegraven werd, zodat in korte tijd vele veenpercelen op het kanaal konden worden aangesloten.

De top van de productie lag tussen 1868 en 1881 toen het niveau boven de 4000 dagwerk lag. Daarna zakte de productie snel terug. In de jaren '90 was het Odoornerveen al geheel verveend en concentreerde de turfwinning zich in het Eeserveen.

2. Veenkolonie in de gemeente Borger-Odoorn (tot 1998 Odoorn) ten westen van Odoorn en ten oosten van Schoonoord aan weerszijden van het Oranjekanaal over een lengte van 4 km, aan de Borgerzijtak (zuidoever), ruim 1 km lang, en aan de Maatschappijwijk, 1,5 km lang. Voor de verkeersverbindingen in het dorp zorgen drie bruggen: De Lange's Brug (noordwesten), Scholtensbrug (centrum) en Boerma's Brug (zuidoosten).

Ca. 300 m noordelijk van het Oranjekanaal loopt de vaart Achterwijk, ruim 1 km lang. Tussen de veenkolonie en Odoorn ligt de boswachterij Odoorn. Aan het zuidoosteinde van de veenkolonie loopt de Odoornerzijtak van het Oranjekanaal naar Klijndijk.

De kolonie werd vanaf 1854 aangelegd, toen het Oranjekanaal met het Odoornerveen (zie: 1) werd verbonden. Langs het kanaal vestigden zich kanaalgravers, veenarbeiders, winkeliers en caféhouders. De Drentsche Veen en Midden Kanaal Maatschappij (waaraan de Maatschappijwijk herinnert) had hier meer succes dan elders; in 1856-1880 werd 1600 ha veen afgegraven en voor de landbouw geschikt gemaakt. 

Literatuur

  • Lit.: M. Heijnen en H. Lankreijer, Knapzakroute Odoornerveen (Assen 1992
  • 2e druk)
  • Gerding, Vier eeuwen turfwinning.