Dient om de gaven van de kerkbezoeker voor de armen of de kerk te vergaren.

In zijn eenvoudigste vorm een opgerichte balk, vierkant of rechthoekig van doorsnee, ongeveer een meter hoog, met in het bovenste deel een uitholling waarin een geldgleuf uitmondt. Ook achtkantige en ronde vormen komen voor. De uitholling kan van de bovenzijde of van de zijkant zijn aangebracht. De gleuf kan van een trechter zijn voorzien.  De eenvoudigste verankering is die in de vloer. Ook een bevestiging met ijzeren banden of haken aan de muur of een bank komt veelvuldig voor. Smeedijzeren banden, ijzerbeslag en twee of meer sloten moeten bovendien braak en roof verhinderen.

In Drenthe zijn nog relatief veel offerblokken bewaard gebleven. Een aantal is van een jaartal voorzien. De oudste zijn die in Norg (1661), Rolde (1696), Gasselte (omstreeks 1700) en Anloo (1716). Ze zijn tot in de 19e eeuw gemaakt; de meest recente is die in de kerk van Eext (1841). Het 18e-eeuwse blok in Roswinkel heeft als opschrift 'Voor de kerk'.