Installaties voor het zodanig reinigen van afvalwater dat dit weer op het oppervlaktewater kan worden geloosd. Dit gebeurt door het met organische stoffen vervuilde water een tijdlang te beluchten waardoor er voldoende zuurstof aan wordt toegevoegd om een natuurlijk afbraakproces op gang te brengen.
De eerste Drentse installatie werd eind jaren '30 van de 20e eeuw aangelegd bij Beilen. Daarna volgden in WO II kamp Westerbork en de vliegbasis Havelte. Op grotere schaal werden in Drenthe pas vanaf de jaren '50 zuiveringsinstallaties gebouwd, onder toezicht van Provinciale Waterstaat. In 1965 stonden er 25: twee bij Schattenberg (voormalig kamp Westerbork), twee in Veenhuizen en verder in Havelte, Exloo, Eelde-Paterswolde, Beilen, Peize, Schoonoord, Assen, Rolde, Ruinerwold, Meppel, De Wijk, Hoogeveen, Odoorn, Nieuw-Weerdinge, Emmer-Compascuum, Barger-Oosterveld, Nieuw-Dordrecht, Emmen, Klazienaveen, Erica en Coevorden. Desalniettemin werd er nog steeds een grote hoeveelheid water ongezuiverd geloosd.
Pas de invoering van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren maakte in het begin van de jaren '70 een gecoördineerde aanpak mogelijk. In Drenthe werd de uitvoering van deze wet in handen gegeven van een daarvoor in 1970 opgericht overheidsorgaan, het Zuiveringsschap Drenthe, dat in de daarop volgende 25 jaar een sluitend net van zuiveringsinstallaties heeft aangelegd. Bij de reorganisatie van het waterschapswezen in 2000 is het Zuiveringsschap Drenthe opgeheven en zijn de rioolwaterzuiveringsinstallatie ondergebracht bij de nieuw gevormde waterschappen. Het aantal installaties is inmiddels teruggebracht tot ca. vijftien. De zuivering richt zich thans ook op de verwijdering van fosfaat en stikstof.