Ook: Zandbuur, Sandeburen
Buurtschap aan het gelijknamig kruisvormig stratenpatroon in de gemeente Noordenveld (tot 1998 Roden) tussen het Leekstermeer (noordwesten) en het dorp Roderwolde (zuidoosten) .
Bronnen vermelden: Sandbuir (1811-13 en 1840), Sandbuur (1847-1868), Sambert (1847) en Sandebuur (1851-1865). De plaatsnaam is samengesteld uit sand (= zand) en buur (= woning, buurt); de betekenis is derhalve: woonoord op zandgrond.
Sandebuur is gelegen op de bewoningsas van het middeleeuwse Roderwolde, lopend van het bos Het (Groot) Waal via het kerkhof in westelijke richting, voorts op een hoge pleistocene zandrug, de Harssens, die loopt van de Sandebuursedijk tot het Leekstermeer. De buurtschap wordt reeds vermeld in 1599. In 1832 bestond zij uit zeven boerderijen, alle van het Friese kop-romptype met een zgn. Friese schuur, beter geschikt voor veeteelt dan de dwars- en langsdeeltypen in de zanddorpen. Eerst een logische voortzetting van Roderwolde kwam Sandebuur door verplaatsing van de bewoning rond kerk en kerkhof naar hogere zuidelijker delen vanwege wateroverlast geïsoleerd te liggen. Pas in 1932 kwam er een verharde weg naar het nieuwe dorp tot stand. Daarvóór was de buurt alleen via voetpaden langs grenssloten bereikbaar, ook vanaf het kerkhof.
Schimpnaam voor de inwoners: Hekkeburen (vanuit Roderwolde bezien).