(Lyon 1852 - Satigny, Genève 1938) Etser, lithograaf, schilder.
Bezocht in 1876 samen met zijn leermeester Fleury Chenu Cuichard Nederland. Keerde daarna iedere zomer terug; verbleef aanvankelijk vooral in Katwijk. In 1879 kwam Stengelin voor het eerst naar Drenthe en maakte toen met de schrijver/schilder Lodewijk Mulder een tocht in de omgeving van Hooghalen. Daarna verbleef hij iedere zomer (vaak met zijn gezin) en soms ook in de winter, in het logement van Geert Kuiper in Hooghalen. Hier richtte hij een atelier in een schuur in; daarnaast had hij een klein verplaatsbaar atelier. Stengelin raakte bevriend met Julius van de Sande Bakhuyzen, L.A. Roessingh en Taco Mesdag. Het uitbreken van WO I in 1914 betekende het einde van zijn bezoeken aan Hooghalen. Een aantal van de ongeveer honderd werken die bij de familie Kuiper waren achterbleven, werd vanaf 1922 in een nieuw gebouwd hotel tentoongesteld, samen met werk van enkele andere kunstenaars. Tot zijn dood bleef Stengelin, in het Nederlands, corresponderen met de familie Kuiper.