Geregelde vervoersdiensten tussen dorpen en steden per trek- of jaagschuit.
Omdat er in een trekvaart of kanaal vrijwel nooit kon worden gezeild, werden alle trekschuiten door een mens of een paard, lopend langs de kant, voortgetrokken (zie scheepsjager, snikke). In bochten was een rolpaal geplaatst waar het touw omheen werd geleid om te voorkomen dat het schip in de wal werd getrokken. Een voorbeeld van zo'n rolpaal staat in Annerveenschekanaal.
De eerste trekvaarten in het noorden van het land werden al in de 15e eeuw in Groningen gegraven maar deze waren vrijwel uitsluitend bedoeld voor het transport van vracht. De eerste geregelde trekschuitdienst voor persoonsvervoer in Nederland voer in 1628 tussen Groningen en Zuidbroek. In Drenthe ontstonden de eerste trekschuitverbindingen voor personen aan het eind van de 18e eeuw, na het gereedkomen van de Drentsche Hoofdvaart in 1780. Vanaf 1784 voer eens per week een trekschuit van Assen naar Meppel en terug en in 1837 werd dit omgezet in een dagelijkse dienst. Vanaf 1842 begon Harm Reinders de Jonge een geregelde trekschuitdienst van Assen naar het Tweede Gesticht te Veenhuizen en in 1847 startte er van Assen ook een regelmatige trekschuitdienst op Zwolle.
Hét tijdperk van de trekschuit was voor Drenthe de 19e eeuw. Na 1850 werden in de hele provincie tientallen trekschuit-, barge- of jaagschuitdiensten opgericht. In 1854 exploiteerde bijv. de Asser ondernemer R. Geerts met een ijzeren trekschuit of barge genaamd 'Sophia' een openbare vervoersdienst op Groningen. In 1883 waren er 27 trekschuit- barge of jaagschuitdiensten voor persoonsvervoer in Drenthe in bedrijf. Voorbeelden zijn de jaagschuit van Jan Kootstra tussen Emmen en Groningen, de trekschuit van Sikke Lunshof tussen Assen en Groningen en de bargedienst van Johannes van Dalen & Co. tussen Hoogeveen en Meppel.
De vervoerstarieven waren afhankelijk van de afstand en de kajuitsklasse. Zo kostte een retour in de 1e kajuit van Dwingelo naar Meppel met de bargedienst van Hendrik Benthem uit Dieverbrug 50 cent, in de 2e kajuit slechts 35 cent. Naast de trekschuitdiensten waren er in Drenthe aan het eind van de 19e eeuw ook enkele beurtstoomboten voor het vervoer van passagiers en goederen in de vaart (zie: Stoombootdiensten).
Het vervoer per trek- of jaagschuit was de goedkoopste en comfortabelste manier van reizen. Het was echter wel langzaam. Toen aan het einde van de 19e eeuw de tram en de trein opkwamen, was het snel gedaan met de meeste trekschuitdiensten. Vervoer van vrachtgoederen per trekschuit of snik bleef nog wat langer rendabel maar moest het uiteindelijk in de jaren '30 van de 20e eeuw afleggen tegen de vrachtauto.