Begrip

Vleermuizen

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

van Ginkel

Orde van hardvleugelige zoogdieren. In Drenthe komen negen van de twintig Nederlandse soorten vleermuizen voor.

Vleermuizen zijn belangrijke insecteneters. Een gewone dwergvleermuis eet per uur tot wel zeshonderd muggen, dit is per nacht meer dan de helft van zijn eigen lichaamsgewicht. Van de negen soorten zijn de Meervleermuis (in de omgeving van Stadskanaal) en Baardvleermuis in Drenthe zeldzaam. Minder zeldzaam zijn de Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis en Franjestaart (o.a. op De Braak bij Paterswolde). Vrij algemeen komen voor de Watervleermuis (in de bossen en jagend boven vennen, vaarten en kanalen) en de gewone Grootoorvleermuis (in en rond de bossen). Algemeen zijn de dwergvleermuis en de Laatvlieger. De laatste twee komen veel voor in de bebouwde omgeving en jagen vaak rond lantaarnpalen.

Veel soorten vleermuizen worden bedreigd door vernietiging of het ontoegankelijk maken van hun kraamkamers en overwinteringsplaatsen zoals spouwmuren, zolders en boomholten. In Drenthe zijn op diverse plaatsen bunkers en ijskelders opnieuw voor overwinterende vleermuizen geschikt gemaakt of werden aparte voorzieningen getroffen (geluidswal bij Beilen). Uit de wintertellingen, door de Vleermuizenwerkgroep Drenthe gehouden vanaf 1986, blijkt dat de aardappelkelder van Kamp Westerbork landelijk gezien de belangrijkste overwinteringsplaats is voor de baardvleermuis en de gewone grootoorvleermuis. Ook de inmiddels verdwenen grote bunker van vliegveld Eelde en de ijskelder op het landgoed Dikninge zijn van belang. Andere objecten liggen in Assen, Beilen, Peest, Hoogeveen en Meppel. In een vergelijkend onderzoek in 1990 werd het belang van oudere bossen en landgoederen in Drenthe vastgesteld. De boswachterijen van Gieten en Smilde bleken vleermuisarm, terwijl het landgoed Mensinge bij Roden goed scoorde met acht soorten waaronder ook voor Nederlandse begrippen grote kraamkolonies van boombewoners als de Rosse vleermuis, Watervleermuis en in mindere mate de Franjestaart. Ook bleek Mensinghe een belangrijk jachtgebied voor de gewone dwergvleermuis en laatvlieger die in Roden hun kraamkamers hebben in diverse gebouwen. Mensinghe is daardoor exemplarisch voor het afwisselende en structuurrijke landschap met kleine natte elementen waaraan vleermuizen in het algemeen behoefte hebben. [Van Ginkel]

Literatuur

  • Lit.: Kees Kapteijn en Vincent Martens, Vleermuizen van de boswachterijen Gieten, Mensinghe en Smilde (Assen 1990)
  • Herman Limpens (red.), Atlas van de Nederlandse vleermuizen (Utrecht 1997)
  • H. Colpa en Vleermuiswerkgroep Nederland afdeling Drenthe, Vleermuiswintertellingen in Drenthe '95/'96 en '96/'97.